Potig

Hanneke Gunsing, chef bordjes, tulpenpoter, bewateraar.

Ook de collega’s, die anders elke week buiten flink aanpoten, zaten en bleven in de kas. Het stortregende. De twee mannen kregen een tree met varentjes voorgezet. Met chirurgische precisie punten ze de plantjes bij, zodat ze publieksvriendelijk tentoongesteld konden worden. Water geven in de kas staat altijd op de corveelijst. Dat lijkt makkelijker dan het is. Voordat je ’t weet verzuipt d’ene plant en versmacht d’andere. ’t Is een fingerspitzengefĂĽhl: je vinger in de aarde steken en de vochtigheid aanvoelen. En dan al of niet en in welke mate bewateren.

Ik moest ook aanpoten, letterlijk. Nu staat tulpenbollen poten niet als vaardigheid op mijn Hollandse CV, helaas. Schaatsen, haring happen en snert laat ik ook graag aan mij voorbijgaan. En op mijn klompen voel ik voornamelijk iets aan. Maar nu pootte ik. Een primeur! 

O nee, de allereerste activiteit als vrijwilliger greep plaats op mijn kennismakingsgesprek: drie kleine potjes moesten worden bepoot met piepkleine op elkaar lijkende bolletjes. Met een bordje met ‘krokus?’ erbij. Ik slaagde voor de test en weken later bleken er 2x sneeuwklokjes en 1x krokus te bloeien. En was ik inmiddels ‘chef bordjes’. Inmiddels ziet de Oude Dame wit van de sneeuwklokjes en bloost ze paars van de kro-kussen.

Ik voel de lente aankomen met al dat pootgoed!