Lezing van een conservator

Willen jullie de bijeenkomst of vergadering uitbreiden met een lezing van een conservator? Dat kan! Ze vertellen jullie meer over onze collectie en de verhalen erachter. Graag leren of iets medisch, of liever over natuurhistorie? Er zijn lezingen in verschillende thema’s mogelijk.

Interesse in een lezing? Mail naar reserveren.umu@uu.nl

Lezingen door R de Raat, conservator geneeskunde

Duur van de lezingen: 45 minuten of naar wens: 2x 45 minuten, met pauze is ook mogelijk

Jan Bleuland (1756-1838), een geneesheer met verzameldrift

De wens om het menselijke lichaam te doorgronden doet Jan Bleuland al vroeg in zijn leven besluiten een eigen verzameling van menselijke en dierlijke preparaten aan te leggen. Wat bewoog Jan Bleuland (1756-1838), om een dergelijke verzameling aan te leggen? 

Bleuland ’s nieuwsgierigheid en wetenschappelijke ambitie leidt hem uiteindelijk naar de Universiteit Utrecht waar hij in 1795 hoogleraar anatomie wordt. Hier kan hij zijn verzameling preparaten goed gebruiken bij onderzoek en onderwijs. Aan de hand van de verzameling van Jan Bleuland wordt verteld hoe hij als dokter werkte en hoe het anatomische onderwijs in die tijd vormgegeven werd.

De hart-Longmachine van Jacob Jongbloed

Stel je voor dat je een operatie wilt verrichten aan het hart. Hoe doe je dat? Het hart beweegt tenslotte continu en is van levensbelang omdat zij het bloed, via de longen, door het lichaam pompt. Zo worden alle organen van zuurstof voorzien. Jarenlang vroegen wetenschappers zich af of het mogelijk was om het hart tijdelijk stil te leggen om zo aan het hart een operatie uit te voeren. Terwijl in de jaren veertig van de 20ste eeuw er wereldwijd verschillende onderzoekers een oplossing voor dit probleem probeerden te vinden, werd er ook aan de Utrechtse Universiteit naar een antwoord op deze vraag gezocht. Professor Jacob Jongbloed (1895-1974) bedacht een machine die een hartoperatie mogelijk maakte. In de lezing wordt ingegaan op de manier hoe hij tot deze uitvinding kwam. Een verhaal over een echte pionier die zijn tijd ver vooruit was.

Wetenschap in Utrecht in het midden van de 19e eeuw: Franciscus Cornelis Donders

Over weinig wetenschappers uit de negentiende eeuw zijn zoveel lovende woorden geschreven als over Franciscus Donders (1818-1889). Zijn grote interesse lag bij een in die tijd een nieuwe discipline: de fysiologie. Donders noemde dit “mijn eerste liefde”. Hij publiceerde over de warmtehuishouding van de huid, het functioneren van de darm, en de lichaamscirculatie, maar het meest bekend is hij geworden door zijn bijdrage aan de kennis over het oog. Een verhaal over de wetenschappelijke activiteiten van Donders aan de Universiteit Utrecht in het midden van de 19e eeuw, een periode die hij zelf omschreef als “grote ontdekkingen op ieder gebied: Leven en beweging overal! “

Een nieuw gezicht: Jans Schuiringa, tandarts

Elk object vertelt een verhaal, de een wat meer dan de andere. De afgietsels van hoofden van mannen, vrouwen, jongens en meisjes, uit de collectie van de tandarts Mej. Jans Schuiringa (1887-1975) doet mensen verwonderen als zij naar de gipsen gezichten kijken waarop het leven bijna nog af te lezen is. Schuiringa werkte In het tandheelkundig Instituut te Utrecht en maakte protheses voor mensen met een door ziekte – of door een ongeluk aangetast gezicht. Een verhaal over een vrouw die in het begin van de 20stee eeuw aan de universiteit tandheelkunde studeerde en zich in een mannenwereld staande diende te houden.

Lezingen door P Lambers, conservator natuurhistorie

  1. Blaschkalezing

Toen in 1882 A.A.W. Hubrecht werd aangesteld als hoogleraar in de zoölogie verzocht hij de universiteit glasmodellen van ongewervelde dieren te bestellen bij vader Leopold en zoon Rudolph Blaschka in Dresden. De collectie modellen van het UMU is de enige in Nederland. In de lezing wordt een inkijk gegeven in de geschiedenis van de glasmodellen, waarom ze door vader en zoon Blaschka werden gemaakt, welke modellen ze hebben gemaakt en waarom en hoe ze te werk zijn gegaan.

  1. Natuurkundig Gezelschap

De vondst van een grote collectie natuurwetenschappelijke instrumenten op de zolder van het Natuurkundig Laboratorium van de UU leidde uiteindelijk tot de oprichting van het Universiteitsmuseum in 1917. Een groot deel  van die instrumenten was oorspronkelijk van het Natuurkundig Gezelschap, opgericht in 1777 om met lezingen en demonstraties van proeven de gegoede burgers van Utrecht kennis te laten maken met de nieuwste ontwikkelingen in de wetenschap. In de lezing wordt geschiedenis van het gezelschap in de 18de en 19de eeuw verteld, met mooie voorbeelden van bijzondere instrumenten en onderzoek dat met instrumenten van het gezelschap is gedaan.