Hoeveel overeenkomsten hebben mens en dier eigenlijk? Mensen, honden, katten, muizen, koeien, walvissen, allemaal hebben ze zeven nekwervels. Zeven nekwervels is het vaste aantal voor alle zoogdieren. Dus ook een giraffe met zijn lange nek heeft er zeven, maar die zijn dan wel heel groot.
Maar zoals vaak in de natuur zijn er uitzonderingen. Er zijn een paar zoogdieren die een afwijkend aantal nekwervels hebben: de twee- en drievingerige luiaard en de caraïbische zeekoe. Deze drie zoogdiersoorten hebben zes nekwervels.
Bij zoogdieren is het aantal wervels over het algemeen constant. Dus alle zoogdieren hebben, op uitzonderingen na, zelfde aantallen nek- , borst- en staartwervels. De nekwervels onderscheiden zich van onder andere van elkaar door de ribben die aan de borstwervels verbonden zijn.
De caraïbische zeekoe wijkt in zijn wervelkolom sterk af van het standaardpatroon. Zo heeft de zeekoe minder maar relatief lange borstwervels. De zes nekwervels zijn daarentegen kort, waardoor de nek dus ook zeer kort is. Zeekoeien zijn aangepast aan leven in het water. Zij gebruiken hun voorflippers voor het drijfvermogen en om te manouvreren. Hoe verder de flippers naar voren geplaatst zijn, hoe makkelijker het manouvreren gaat. De flippers zijn de voorpoten en die zitten altijd achter de schedel en de nek. Hoe korter de nek des te verder komen de flippers naar voren. Door verkorting van de nek wordt dus een grote beweeglijkheid bereikt.