Johanna Westerdijk (1883-1961) verzamelde planten met plantenziekten. Deze felgekleurde, vervormde bladeren en aangetaste vruchten in vloeistof (preparaten) verzamelde zij voor het onderwijs. Zij was hoogleraar plantenziektekunde en deed onderzoek naar plantenziekten.
Iepziekte
De wetenschap van de plantenziektekunde richtte zich onder andere op de cultuur- en landbouwgewassen van Nederland en de overzeese gebieden. Daarnaast werden ook wilde planten en bomen onderzochten. Wetenschappers onderzochten bijvoorbeeld ook de schimmel die iepziekte veroorzaakt.
Ziekten herkennen en begrijpen
Studenten leerden de grote diversiteit aan plantenziekten door virussen, bacteriƫn of gebreksziekten te onderscheiden met behulp van preparaten en collegeplaten. Studenten bekeken bijvoorbeeld de groeiwijze van de bodemschimmel Rhizoctonia op collegeplaten. Daarna konden ze in een preparaat de aangedane verlepte bladeren van de normaliter groene lupineplant met eigen ogen aanschouwen.
Sluipmoordenaar moederkoorn
De oude collectie bevat een aantal nu minder voorkomende ziektes. De schimmelziekte moederkoorn was vroeger regelmatig in graan aanwezig. Als mensen deze schimmel binnenkregen, werden ze ernstig ziek. De verzameling plantenziektekunde bewaart deze zo goed als verdwenen sluipmoordenaar als preparaat.