Het Universiteitsmuseum heeft een nijlpaardschedel overgenomen, deze werd bewaard in de collectie zoogdierpaleontologie van de Universiteit Utrecht. Het vertelt het verhaal over een dierentuin in de oorlog.
De schedel was niet van een anoniem nijlpaard, maar van Heini, het nijlpaard dat tot aan het eind van de oorlog in Ouwehands Dierenpark in Rhenen woonde. Joop Baars, schoonzoon van Cornelis Ouwehand en later mede-eigenaar van het dierenpark schrijft diep getroffen in zijn oorlogsdagboek hoe op 7 april 1945 boekhouder Heini dood aantrof in de buitenren.
Rivier van maden
Heini en twee olifanten waren door SS-ers doodgeschoten, zogezegd uit medelijden vanwege voedselgebrek. Niet veel later vierde Nederland de bevrijding. Aan de inmiddels gevangen genomen NSB-ers en collaborateurs restte nu de schone taak alle dode dieren in een massagraf op het terrein van de dierentuin te begraven. Ze waren inmiddels zo ver vergaan dat het geen plezierige klus kan zijn geweest. Een metersbrede rivier van maden trok achter de kadavers aan het graf in. Gasmaskers mochten de gevangenen niet opzetten.
Dierentuin in de oorlog
In tijden van oorlog zijn dieren in dierentuinen ook vaak slachtoffer geworden van het oorlogsgeweld. Maarten Frankenhuis, de oud-directeur van Artis, beschreef in Overleven in de dierentuin (2010) de oorlogsjaren van Artis en andere parken in Nederland. Dierentuinen hadden te kampen met schaarste aan voedsel, en dieren werden verwond en gedood tijdens oorlogshandelingen. Met name Ouwehands Dierenpark in Rhenen heeft zwaar te lijden gehad tijdens de oorlog. Robert Jan de Boer beschrijft in Ouwehands, een dierenpark in oorlogstijd (2004) de sporen die de oorlog in de dierentuin heeft nagelaten, hoe tot twee keer toe de dieren afgeschoten moesten worden en het drama dat zich in het park heeft afgespeeld in de laatste dagen van de oorlog, toen Rhenen in de frontlinie lag.
Schedel als vergelijkings- en studiemateriaal
In de jaren ’70 verzamelde de Utrechtse paleontoloog Paul Sondaar skeletmateriaal als vergelijkings- en studiemateriaal voor zijn onderzoek aan fossiele zoogdieren. Nijlpaarden hadden zijn speciale interesse, aangezien hij onderzoek deed aan de evolutie van nijlpaarden die in het verleden op een aantal eilanden in de Middellandse Zee leefden. Hij kende het verhaal over het massagraf, had contacten bij de dierentuin en kon regelen dat hij met studenten het graf na inmiddels zo’n dertig jaar mocht blootleggen. Met een groep studenten zijn alle skeletten naar boven gehaald. Van de bescheiden collectie die dat opleverde is in Utrecht nu alleen nog de nijlpaardschedel over (de olifantresten liggen in het Natuurhistorisch Museum Rotterdam). Als studieobject werd hij al lang niet meer gebruikt. In onze collectie zal de schedel verder met zorg bewaard worden, niet alleen als zoölogisch object, maar ook als getuige en slachtoffer van het oorlogsgeweld.
Auteur: Paul Lambers