Utrechtse professoren waren pioniers van het Nederlandse ijstijdenonderzoek. In vroegere beschrijvingen over mammoetvondsten komen mammoetbeenderen uit de collectie van het Universiteitsmuseum voor.
Na de publicatie over de mammoetvondsten in Nederland door Nicolaas Cornelis de Fremery rond 1840, nam hoogleraar Pieter Harting (1812-1885) de interesse voor fossiele vondsten over.
De wel bekende olifant
In 1867 schreef Pieter Harting in Album der Natuur een artikel over de mammoet. Over dit dier was in de negentiende eeuw nog niet zo veel bekend als vandaag. Hij schreef dan ook dat hij lezers met fantasieƫn over reusachtige mammoeten als unieke beesten moest teleurstellen. De mammoet was slechts een prehistorisch familielid van de wel bekende olifant.
Zaltbommel, vondsten in Nederland
In het artikel vermeldde hij de beenderen uit de zoƶlogische collectie, zoals het opperarmbeen van een mammoet. Dit mammoetbot was in 1835 op een zandbank in de Waal bij Zaltbommel gevonden. Een ander beschreven mammoetfossiel was een ellepijp, dat bij een Tielse dijkdoorbraak was bovengekomen.
Bekijk hier Nederelandse mammoetvondsten uit de collectie van UMU.