Klosprothese

Deze klosprothese komt uit de nalatenschap van de lector prothetische tandheelkunde Mej. J.G. Schuiringa. Zij was verantwoordelijk voor de Tandheelkundige Chirurgische Prothetiek in het Tandheelkundig Instituut te Utrecht tussen 1921 en 1957.

Neus van lindehout

De eigenaar van deze klosprothese had een verkregen defect veroorzaakt door tuberculose of een maligniteit.

Een vroege beschrijving van een oplossing voor een dergelijk laat verkregen palatumdefect werd opgetekend door Petrus Camper (1722-1789), hoogleraar anatomie in Groningen. Ene Johannis Beck had zelf een manier bedacht om zijn afgestorven neus te vervangen en zijn gehemelte defect te dichten. Hij vervaardigde een neus van licht lindehout die beschilderd werd in de huidkleur en het gat tussen neus en mondholte werd gevuld met een spons die weer vastgemaakt werd aan een stukje kalfsleer met daaraan een huig van schildpadschubben. Camper voegde in zijn beschrijving nog wel aan toe dat de spons en het leer een onaangename geur verkreeg, en dat deze met zeer geringe kosten vernieuwd kon worden.

Klosprothese
Klosprothese

Prothese bij kaakresecties

Gelijk met de opkomende professionalisering van de tandheelkunde werden er tegen het einde van de 19 eeuw meer casus als deze beschreven. Het Nederlandsch Tandheelkundig Maandblad uit 1894 vermeldde een soort stappenplan voor het vervaardigen van een prothese bij kaakresecties en palatumdefecten.

A.A.H. Hamer DDS (1867-1946) gaf in zijn artikel uit 1896 aan welke moeilijkheden die het maken van een afdruk bij een groot defect met zich meebracht en hoe hij dit oploste: door het defect eerst op te vullen met een zachte oplossing, werd daarna op ‘de gewone wijze’ een afdruk genomen. Hij zag zijn moeite beloond’ met een prothese waarmee de patiënt kon spreken en kauwen.

Creativiteit

Ook Schuiringa heeft zich in haar werkzame leven sterk gemaakt voor functieherstel. Zij deed dit met verve en zeer veel aandacht voor de patiënt. Het maken van dergelijke prothese vereiste niet alleen een grote handvaardigheid maar ook een zeker creativiteit.  Net als bij een kunstenaar was ook toen het ene kunstwerk meer geslaagd dan de andere. De hele geschiedenis ligt verscholen in deze prothese: zij vertelt niet alleen wat over de ontwikkelingen binnen de prothetiek, maar zij staat ook symbool voor ernstig lijden en verdriet, waardoor de toeschouwer het verleden ook kan ervaren.

Auteur 
Reina de Raat

Beeld
Gemaakt in opdracht van het Nederlands Tandartsenblad

Terug