Johanna Westerdijk

Johanna Westerdijk was een bijzondere persoonlijkheid. Naast haar gedrevenheid en toewijding als bioloog stond ze bekend om de feesten en partijen die in het instituut in Baarn werden gegeven.

Van een saai en eentonig leven gaat zelfs een schimmel dood

Boven de koetshuisdeur van de villa hing de uitspraak ‘Werken en feesten vormt schoone geesten’. Bij haar afscheid kreeg ze van de Utrechtse Biologenvereniging (UBV) een opgezette kikker cadeau. De opgezette kikker (symbool van de UBV) had een bierpul en reageerbuis in de voorpoten. Haar levensmotto was: ‘Van een saai en eentonig leven gaat zelfs een schimmel dood.’ En zij kon het weten.

Een serenade voor de eerste vrouwelijke hoogleraar

Johanna Westerdijk (1883-1961) hield op 10 januari 1917 haar oratie ter gelegenheid van haar benoeming tot buitengewoon hoogleraar in de plantenziektekunde aan de Universiteit Utrecht. Die benoeming was een  mijlpaal, aangezien zij daarmee de eerste vrouwelijke hoogleraar in Nederland werd.

Het ging niet onopgemerkt voorbij. In landelijke dagbladen werd er aandacht aan besteed en op de voorpagina van destijds populaire familietijdschriften als ‘De Prins’, ‘Wereldkroniek’ en ‘Panorama’  prijkte een paginagrote foto van haar in haar werkkamer.

’s Avonds bracht een stoet meisjesstudenten een serenade  aan de kersverse ‘hooglerares’ (!), die veel belangstelling trok. Het was de eerste optocht van studentes in Utrecht. Later, in 1930, werd haar ook aan de Universiteit van Amsterdam een buitengewoon hoogleraarschap verleend.

Johanna Westerdijk en haar studentes

Een ongebruikelijke loopbaan voor een vrouw

Johanna Westerdijk had in Amsterdam biologie gestudeerd bij onder ander de befaamde plantkundige Prof. Hugo de Vries. Zij verliet de universiteit echter met een MO-akte , een onderwijsbevoegdheid,  en kon daardoor in Nederland op de universiteit niet verder. Bovendien was het aan het einde van de 19e eeuw sowieso ongebruikelijk dat een vrouw een wetenschappelijke loopbaan ambieerde.

Ze was echter welkom aan de universiteit van Zürich, waar ze in 1904 promoveerde. Op voorspraak van de Utrechtse hoogleraar plantkunde F.A.F.C. Went werd ze in 1906 op zeer jonge leeftijd directeur van het Willie Commelin Scholten laboratorium (WCS) in Amsterdam, waar plantenziektekundig onderzoek werd verricht. Een jaar later werd ze directeur van het Centraalbureau voor Schimmelcultures (CBS), het  instituut voor schimmelonderzoek. Sinds februari 2017 is dit het Westerdijk Instituut

Planteziektekunde in de kinderschoenen

Rond de eeuwwisseling stond de plantenziektekunde nog in de kinderschoenen. Het belang daarvan was groot, aangezien in de 19e eeuw door ziektes mislukte oogsten tot grote hongersnoden hadden geleid. Welke ziekteverwekkers er waren en wat de wisselwerking was met planten en de bodem, was nog grotendeels onduidelijk. Virussen waren bijvoorbeeld nog onbekend. Er viel veel te ontdekken. Ze ging op studiereizen naar onder andere Indonesië, Japan en de VS. In de VS ervoer ze hoe ze als vrouw niet op dezelfde voet werd behandeld als haar mannelijke collega’s.

Wereldfaam mede dankzij de iepenziekte

In 1921 werden het CBS en het WCS ondergebracht op het Cantonspark in Baarn, waar ook een deel van de botanische tuinen van de UU was gevestigd. Het WCS en CBS groeiden onder Westerdijk  uit tot instituten van wereldnaam. Met name de ontdekking van de schimmel die de iepenziekte veroorzaakt door Bea Schwarz (1922) en het vervolgonderzoek door Stien Buisman (vandaar de  Engelse benaming ‘Dutch Elm Disease’) droegen daaraan bij.

Gelijke kansen voor iedereen

Johanna Westerdijk was niet als feministe actief in de vrouwenbeweging. Ze was vooral een voorvechtster van gelijke kansen voor iedereen  binnen de wetenschap. Desalniettemin gaf ze de voorkeur aan vrouwen als onderzoeker in de door haar geleide instituten. Ook speelde ze een actieve rol in nationale en internationale organisaties voor vrouwen in de wetenschap. Het is dan ook geen toeval dat ze in haar functie bij het WCS en als hoogleraar werd opgevolgd door mevrouw dr. Louise Kerling (1952) en bij het CBS door mevrouw dr. Agatha van Beverwijk (1958).

Door Paul Lambers

Terug