Franciscus Donders

Wereldberoemd was de vriendelijke en veelzijdige Utrechtse arts Franciscus Donders (1818-1889). De ideeën van deze hoogleraar geneeskunde en fysiologie zorgden voor ontdekkingen die een belangrijke wending gaven aan het wetenschappelijk onderzoek naar het oog.

Portret familie Donders
Portret familie Donders

Vooruitstrevende en veelzijdige fysioloog

Franciscus Donders was vooral fysioloog. Zijn grote liefde zoals hij dat zelf noemde. Hoewel hij al in 1847 benoemd werd als buitengewoon hoogleraar, kreeg hij in 1852 de leeropdracht fysiologie als gewoon hoogleraar. Hij was een begenadigd spreker en studenten bezochten massaal zijn colleges. Donders had maatschappelijk vooruitstrevende ideeën. Zo streed hij tegen de kinderarbeid, en pleitte hij voor een 8-urige werkdag.

Oogassen volgens Donders
Oogassen volgens Donders

De tijd van Donders en Darwin

Donders had in de tijd van bloeiende natuurwetenschappen mogelijkheden om de leer van de levensprocessen, de fysiologie, met nieuwe instrumenten te onderzoeken in zijn moderne laboratorium. Samen met buitenlandse collega’s rekende hij af met het idee dat alles in de natuur een doel had. In dezelfde periode kwam Darwin met het spectaculaire idee van evolutie door toeval. Donders omschreef zijn tijd dan ook als ‘een ongekende periode van grote ontdekkingen op ieder gebied’.

Portemonnee Donders
Portemonnee Donders

Oogspiegel als keerpunt

De ontdekking van de oogspiegel was voor Donders een keerpunt in zijn carrière. Ineens was het voor dokters mogelijk in een levend oog te kijken. Donders maakte kennis met dit instrument in 1851 en bracht zelf verbeteringen aan. In 1858 stichtte hij het Ooglijders Gasthuis voor min- en onvermogenden. Door de grote concentratie aan oogpatiënten kon Donders veel onderzoek verrichten. Hij leerde daardoor veel over het oog en zijn afwijkingen. Met deze kennis kon hij gerichter onderzoek doen naar kleurenblindheid, astigmatisme, scheelzien en slechtziendheid.

Statief-oogspiegel volgens Donders/Epkens
Statief-oogspiegel volgens Donders/Epkens


Terug