Snakkend naar adem ligt het vogeltje op de bodem van de glazen stolp van de luchtpomp. Boven het diertje hangen de nieuwsgierige gezichten van 18de eeuwse wetenschappers. Ze draaien aan de slinger van de luchtpomp. Bij iedere slag verdwijnt er meer lucht vanonder de stolp. Net zo lang tot alle zuurstof verdwenen is en het vogeltje zijn laatste adem uitblaast.
Waarom is dat wetenschap?
Dat je lucht nodig hebt om te kunnen leven is voor ons vanzelfsprekend. Echter werd dat pas zo’n 350 jaar geleden ontdekt tijdens de wetenschappelijke revolutie. Vanaf dat moment voerden wetenschappers experimenten uit en daarvoor waren instrumenten nodig. De luchtpomp was zo’n instrument en staat symbool voor de nieuwe experimentele methoden, die in de wetenschap hun intreden deden. Vogeltjes, kikkers, muizen en zelfs honden stierven onder de glazen stolp van de luchtpomp. Experimenteren met de pomp maakten het belang van lucht duidelijk. Niet alleen voor de ademhaling, maar ook voor de verbranding en het voortbrengen van geluid. Zonder de experimenten met de luchtpomp zouden we niet weten hoe belangrijk zuurstof en vacuüm zijn. Ons eten zouden we niet luchtdicht kunnen verpakken en gloeilampen zouden niet bestaan, want die branden in vacuüm.

Hoe werkt dat?
Luchtpompen bestaan al sinds de Oudheid, maar de eerste vacuümpomp werd pas in 1647 uitgevonden door Otto van Guerike. De dubbelwerkende luchtpomp werd rond 1750 gemaakt. Wanneer je aan de slinger draait beweegt er een tandwiel in het hout tussen de twee cilinders. Daardoor worden de zuigers in de cilinders om de beurt omhoog getrokken en zuigen ze de lucht onder de aangrenzende stolp vandaan. Zo ontstaat er een onnatuurlijke, luchtledige situatie waarin de wetten van de natuur worden bestudeerd. Wetenschappers ontdekten zo de kracht van de luchtdruk en het belang van lucht en vacuüm.
De voortlevende luchtpomp
Luchtpompen worden nog iedere dag gebruikt. Waar de luchtpomp in de 18de eeuw werd gebruikt voor experimenten en amusement, gebruiken we hem nu om etenswaren luchtdicht te verpakken, bij bevallingen en om auto’s en zelfs vliegtuigen aan te sturen.